Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bra·ken door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorbreken

braken door

  1. meervoud verleden tijd van doorbreken
    • Wij braken door. 
    • Jullie braken door. 
    • Zij braken door. 
Verwante begrippen


Gangbaarheid