Esperanto

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van bovo ("rund") met het achtervoegsel -ino ("vrouwelijk")
  enkelvoud meervoud
nominatief   bovino     bovinoj  
accusatief   bovinon     bovinojn  

Zelfstandig naamwoord

bovino

  1. (dierkunde) koe
Hyperoniemen
Verwante begrippen


Spaans

enkelvoud meervoud
bovino bovinos

Zelfstandig naamwoord

bovino m

  1. (evenhoevigen) rund, Bovinae