bovenkamer
- Geluid: bovenkamer (hulp, bestand)
- bo·ven·ka·mer
- samenstelling van boven en kamer [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bovenkamer | bovenkamers |
verkleinwoord | - | - |
- (bouwkunde) kamer op een bovenverdieping
- (anatomie) (schertsend) hersenpan met inhoud
- Er is iets mis in zijn bovenkamer
- ▸ Haar woede verloor het van de vele vragen die verwoed in haar bovenkamer vochten om als eerste gesteld te worden.[3]
- Het woord bovenkamer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bovenkamer" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ bovenkamer op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be