Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·beurs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwbeurs bouwbeurzen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bouwbeursv / m

  1. vakbeurs voor de bouwnijverheid
     Een melancholiek moment afgelopen week in Florida; de Space Shuttle Discovery is voor het laatst gelanceerd.Ook Spanje keek terug op een bijzonder moment in de recente geschiedenis; de staatsgreep van 24 februari 1981.In de oostelijke Libische havenstad Benghazi wordt de overwinning op Kadhafi al gevierd.Aan de westelijke grens, bij Tunesie vertellen vluchtelingen de vreselijkste verhalen.De woningmarkt in Belgie is booming, een verslag vanaf de Belgische bouwbeurs.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Podcast NOS Buitenland” (Zaterdag 26 februari 2011, 15:28), NOS