bouillonblok
- bouil·lon·blok
- samenstelling van bouillon en blok [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bouillonblok | bouillonblokken |
verkleinwoord | bouillonblokje | bouillonblokjes |
het bouillonblok o
- geconcentreerde bouillon waar de vloeistof uitgehaald is zodat het een vaste vorm heeft
- In bouillons van een blokje zit meer en ik heb een nieuwe gevonden. In een Ierse supermarkt vond ik bouillonblokken zonder E-genummerde smaakversterkers. Lamsbouillon met bijna een heel schaap erin. We kunnen het ook zelf maken. Neem een dood schaap. Laat het volledig drogen in zon en wind zoals dat met kabeljauw gebeurt die stokvis moet worden. Maal het kurkdroge schaap tot poeder en roer daarvan een theelepeltje door wat heet water. Met een koe en kippen kan het ook. Maar het is omslachtig. Beter dan maar een bouillonblok met maar liefst 5 procent vleespoeder. Maar voorlopig alleen schaap en alleen in Ierland.[2]
- Het woord bouillonblok staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Wouter Klootwijk 27 mei 2011