bosbode
- bos·bo·de
- samenstelling van bos zn en bode zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bosbode | bosbodes |
verkleinwoord |
de bosbode m
- tijdschrift waarin men informatie over bossen en bosbeheer
- ▸ Leden van Bosgroepen Oost-Vlaanderen ontvangen vier keer per jaar de bosbode. Dit tijdschrift staat boordevol informatie over bos en bosbeheer, activiteiten, cursussen en zoekertjes. Blader hier door de edities. Wil je graag (gratis) abonnee worden, contacteer ons dan.[1]
- Het woord 'bosbode' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bosbode" herkend door:
17 % | van de Nederlanders; |
17 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Weblink bron Bosgroepen Oost-Vlaanderen“Bosgroepen Oost-Vlaanderen” (22-5-2020), Het Bosgroepen Oost-Vlaanderen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be