borging
- bor·ging
- Naamwoord van handeling van borgen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | borging | borgingen |
verkleinwoord | - | - |
de borging v
- (werktuigbouwkunde) het borgen
- Het woord borging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "borging" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
54 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be