Frans

Werkwoord

vervoeging van
border

borda

  1. derde persoon enkelvoud verleden tijd (passé simple) van border


Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • bor·da
Naar frequentie 158728

Werkwoord

borda

  1. verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van borde
Schrijfwijzen

har borda

  1. bedrijvende vorm van borde
Schrijfwijzen

borda

  1. voltooid (verleden) deelwoord bedrijvende vorm van borde
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

borda

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van bord
Schrijfwijzen


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • bor·da

Zelfstandig naamwoord

borda

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van bord

Zelfstandig naamwoord

borda

  1. verouderde spelling of vorm van borde tot 2012 [1]
(onbepaalde vrouwelijke vorm nominatief enkelvoud van borda)

Verwijzingen

  1. Taalhervorming 2012:
    Ny rettskriving for 2000-talet (in het Nynorsk)
    3.1.4 Eintalsbøying av svake hokjønnsord


Spaans

Uitspraak
  • IPA: /ˈboɾða/
enkelvoud meervoud
borda bordas

Zelfstandig naamwoord

borda v

  1. reling

Werkwoord

vervoeging van
bordar

borda

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van bordar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van bordar