boomkluit
- boom·kluit
- samenstelling van boom en kluit
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomkluit | boomkluiten |
verkleinwoord | boomkluitje | boomkluitjes |
- het onderste deel van de stam van een boom en bet begin van de wortels van die boom
- Een kerstboom met boomkluit kan soms overleven zodat je de boom volgend jaar weer kan gebruiken.
- Het woord 'boomkluit' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.