boogarm
- boog·arm
- samenstelling van boog zn en arm zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boogarm | boogarmen |
verkleinwoord | boogarmpje | boogarmpjes |
de boogarm m
- de arm die de boog vasthoudt tijdens het boogschieten
- draagarm met een boogvorm
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boogarm" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be