Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·nus·di·vi·dend
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bonusdividend bonusdividenden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het bonusdividendo

  1. extra winstuitkering aan (een deel van de) aandeelhouders

Gangbaarheid