bondsbureau

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  bondsbureau    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bonds·bu·reau

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  bonds zn  en  bureau zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bondsbureau	bondsbureaus
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het bondsbureau o

1. (sport) kantoor van een sportbond

   ▸ Volgens de drievoudig wereldkampioen en olympisch kampioen moet er veel veranderen bij de KNSB. Er moeten mensen vertrekken bij de schaatsbond, zodat het geld op een efficiëntere manier kan worden besteed. "Waarom zoveel personeel bij het bondsbureau in Utrecht? De KNSB is een kind met een waterhoofd."

   ▸ De crisis in de Zeister bossen gaat onverminderd door. De mislukte EK-kwalificatie van het Nederlands elftal, het vertrek van Bert van Oostveen als directeur betaald voetbal, de soap rond Ruud Gullit en Hans van Breukelen, de aanstelling van Gijs de Jong als opvolger van Van Oostveen. Het is allemaal nog niet genoeg op het bondsbureau van de KNVB.

Gangbaarheid

• Het woord bondsbureau staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.