bolide
- bo·li·de
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘luchtsteen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1895 [1]
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘raceauto’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1970 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bolide | boliden, bolides |
verkleinwoord |
de bolide v
- v: zeer heldere meteoor
- m: snelle sportwagen
- Het woord bolide staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bolide" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ 1,0 1,1 "bolide" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be