Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boe·ve·rij
Woordherkomst en -opbouw
  • afleiding van boef met het achtervoegsel -erij
enkelvoud meervoud
naamwoord boeverij boeverijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

boeverij v [1]

  1. misdadige handeling verricht door een boef
     Ook hij wordt ontvoerd, samen met zijn zusje. Ze weten zich te bevrijden, waarna het gedaan is met de boeverij.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

70 % van de Nederlanders;
69 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Hans van Holten
    “Jacht op zoekgeraakt recept” (27-03-2003), Reformatorisch Dagblad
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be