boerenpaté
- Geluid: boerenpaté (hulp, bestand)
- boe·ren·pa·té
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boerenpaté | boerenpatés |
verkleinwoord |
de boerenpaté m
- (voeding) (kookkunst) huisgemaakte smeersel van vlees
- ▸ De partner heeft Franse boerenpaté die huisgemaakt zou zijn. Huisgemaakt? We worden er soms een beetje kregel van. Zijn er nog zaken die het niet thuis maken ?[1]
- ▸ We beginnen dan ook met de boerenpaté met toast (alles komt met eigen brood), mooi grof, al smaakt hij een beetje naar de fabriek (€7,50).[2]
- Het woord boerenpaté staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Dirk de Moor“Bloedworst bij Vink” (10-01-2017), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Witteveen” (20 februari 2010), Het Parool