Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boek·winst
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekwinst boekwinsten
verkleinwoord boekwinstje boekwinstjes

Zelfstandig naamwoord

de boekwinstv

  1. (boekhouding) verborgen winst zoals deze door de boekhouding zichtbaar wordt
     De winstverwachting is mede te danken aan de eenmalige boekwinst van rond de 50 miljoen euro die het bedrijf realiseert met de verkoop van het belang van 40 procent in het Griekse maritieme constructiebedrijf Archirodon.[2]
     ING verwacht een boekwinst van 780 miljoen euro. De bankverzekeraar heeft in Maleisië 1,2 miljoen klanten en 1200 medewerkers.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Boskalis koerst op recordwinst” (Donderdag 15 augustus 2013, 07:52), NOS
  3.   Weblink bron “ING verkoopt verzekeringstak Azië” (Donderdag 11 oktober 2012, 01:18), NOS