boekhoudster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- boek·houd·ster
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van boekhouden met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boekhoudster | boekhoudsters |
verkleinwoord | boekhoudstertje | boekhoudstertjes |
Zelfstandig naamwoord
de boekhoudster v
- (beroep) een vrouw die boekhouder van beroep is
- De middelbare Solness (Mark Rietman) verruilt zijn jonge boekhoudster Kaja (Marit Meijeren) voor een ander jong ding, de mysterieuze indringer Hilde (Anna Raadsveld). Zijn angst voor de jeugd, voor het verlies van zijn status als geslaagde architect drijven hem tot zijn affaires, zegt hij.[1]
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Ron Rijghard NRC 27 april 2015
Gangbaarheid
- Het woord boekhoudster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.