bodemdier
- bo·dem·dier
- samenstelling van bodem en dier
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bodemdier | bodemdieren |
verkleinwoord | bodemdiertje | bodemdiertjes |
het bodemdier o
- dieren die vlak op de grond of op de bodem van een water leven
- Een mieren en pissebedden zijn typische bodemdieren.
- Het woord bodemdier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.