• blue·sy
  • uit het Engels
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen bluesy bluesyer bluesyst
verbogen bluesyste
partitief bluesy's bluesyers -

bluesy

  1. een blauwe kluer hebbend
     Vondelpark kleurt bluesy blauw[1]



  1.   Weblink bron “Vondelpark kleurt bluesy blauw” (Woensdag 7 maart 2012, 20:33), NOS