• blitz·par·tij
enkelvoud meervoud
naamwoord blitzpartij blitzpartijen
verkleinwoord blitzpartijtje blitzpartijtjes

de blitzpartijv

  1. (spel) schaak- of dampartij met nog kortere bedenktijd dan bij een rapidpartij, bv. 5 minuten per speler en 5 seconden per gespeelde zet