blikt vooruit
- blikt voor·uit
vervoeging van |
---|
vooruitblikken |
blikt vooruit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitblikken
- Jij blikt vooruit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruitblikken
- Hij blikt vooruit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van vooruitblikken
- Blikt vooruit!
- Het woord blikt vooruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.