blaast uit
- Geluid: blaast uit (hulp, bestand)
- IPA: / ˈblast ˈœyt / (2 lettergrepen)
- blaast uit
vervoeging van |
---|
uitblazen |
blaast (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblazen
- Jij blaast uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitblazen
- Hij blaast uit.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitblazen
- Blaast uit!
- Het woord blaast uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.