Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blaast leeg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
leegblazen

blaast (…) leeg

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegblazen
    • Jij blaast leeg. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leegblazen
    • Hij blaast leeg. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van leegblazen
    • Blaast leeg! 

Gangbaarheid