en bløtkake
een slagrommtaart
  • bløːt·ka·ke
  • Samenstelling van het Noorse bijvoeglijke naamwoord bløːt en het Noorse zelfstandige naamwoord kake
Naar frequentie 41666
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bløːtkake     m:bløːtkaken
v:bløːtkaka  
  bløːtkaker     bløːtkakene  
genitief   bløːtkakes     m: bløːtkakens
v :bløːtkakas  
  bløːtkakers     bløːtkakenes  

bløtkake, m / v

  1. (voeding) slagroomtaart