blåleire

Noors

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈbloːˈlæjɾə/

Woordafbreking

• blå·lei·re

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van blå en leire.

Zelfstandig naamwoord

blåleire g

1. (geologie) onverweerde blauwgrijze klei, met name zeeklei afgezet tijdens en na de eerste ijstijd.

   «Isfjellene drev omkring og sjøen var blågrønn av breslam som sank ned og ble til tykke lag av blåleire.»

   De ijsbergen dreven rond en de zee was blauwgroen van de glaciale modder die neerviel en een dikke laag blauwgrijze klei vormt.

Verbuiging

	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	blåleire	m: blåleiren, v: blåleira	blåleirer	blåleirene
genitief	blåleires	m: blåleirens, v: blåleiras	blåleirers	blåleirenes

Nynorsk

Uitspraak

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
• IPA: /ˈbloːˈlæjɾə/

Woordafbreking

• blå·lei·re

Woordherkomst en -opbouw

• Samenstelling van blå en leire.

Zelfstandig naamwoord

blåleire v

1. (geologie) onverweerde blauwgrijze klei, met name zeeklei afgezet tijdens en na de eerste ijstijd.

Verbuiging

v	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	blåleire	blåleira	blåleirer	blåleirene
genitief

bijvormen	enkelvoud		meervoud
	onbepaald	bepaald	onbepaald	bepaald
nominatief	blåleira		blåleiror	blåleirone
genitief