• bio·land·bouw
enkelvoud meervoud
naamwoord biolandbouw
verkleinwoord

de biolandbouwm

  1. (landbouw) manier van landbouw die gericht is op het zo min mogelijk verstoren van de natuurlijke omgeving
     Dus we zitten elkaar voor de gek te houden? Biologisch eten wordt immers enorm gestimuleerd. Biolandbouw is een soort luxe, die ons helpt ons schuldgevoel te delven. Dat eet namelijk niet lekker, schuldgevoel. Maar een biologisch gehouden koe staat nog steeds gras te eten dat hij zelf heeft ondergescheten en wordt uiteindelijk gewoon geslacht en in stukken gehakt. Dat is een belachelijke manier van voedsel produceren. De boeren, die door de historie allerlei rechten en belangen hebben, hebben een enorme rem op de ontwikkeling van écht modern voedsel gezet. Als we nou een tiende van alle EU-subsidies voor de landbouw zouden gebruiken voor onderzoek naar moderne, duurzame manieren van voedselproductie, zijn we over tien jaar van de bio-industrie af. Dat zou pas een stap zijn.[1]
  1.   Weblink bron “'Schuldgevoel, dat eet niet zo lekker'” (Maandag 20 december 2010, 09:00), NOS