binnenroepen
- bin·nen·roe·pen
- samenstelling van binnen en roepen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
binnenroepen |
riep binnen |
binnengeroepen |
klasse 7 | volledig |
binnenroepen [1]
- overgankelijk iemand roepend verzoeken binnen te komen
- Het woord binnenroepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.