Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • riep bin·nen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
binnenroepen

riep (...) binnen

  1. enkelvoud verleden tijd van binnenroepen
    • Ik riep binnen. 
    • Jij riep binnen. 
    • Hij, zij, het riep binnen.