binnengemarcheerd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·ge·mar·cheerd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: binnenmarcheren…
verbogen vorm: binnengemarcheerde

binnengemarcheerd

  1. voltooid deelwoord van binnenmarcheren


Gangbaarheid