binnengelopen
- bin·nen·ge·lo·pen
- vervoeging van binnenlopen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van binnen bw en gelopen ww
vervoeging van: | binnenlopen… |
verbogen vorm: | binnengelopene |
binnengelopen
- voltooid deelwoord van binnenlopen
- ▸ Coby is toen zomaar een reisbureau binnengelopen en drie dagen later zaten we in een hotel in Alanya.[1]
- Het woord binnengelopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.