• bil·sport
  • Samenstelling van de Deense zelfstandige naamwoorden bil en sport
Naar frequentie 166818
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bilsport     bilsporten     -     -  
genitief   bilsports     bilsportens     -     -  

bilsport, g

  1. (sport) autosport