bijtreden
- bij·tre·den
- samenstelling van bij en treden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijtreden |
trad bij |
bijgetreden |
klasse 5 | volledig |
bijtreden [1]
- overgankelijk bijvallen, zich aansluiten bij
- tot iemand of tot iets toetreden
- Het woord bijtreden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijtreden" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be