Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·sme·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

bijsmeren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijsmeren
smeerde bij
bijgesmeerd
zwak -d volledig
  1. iets na een tijdje weer insmeren
    • In plaats van slepen met grote flacons is bijsmeren met een kleiner product vaak praktischer. Zeker als je onderweg bent. Babor heeft de High Protection Sun Stick SFP 50 die in de zak van je broek, jurkje of in het decolleté van je bikini past zodat je altijd bescherming binnen handbereik hebt. [1] 
    • Wanneer moet je dan bijsmeren? Vaak, adviseert het KWF: een[s] per twee uur. Onderzoeksarts Jetske Ultee legt uit waar dat advies vandaan komt. „Crèmes moeten volgens Europese regels getest worden voordat ze op de markt komen. Dat gebeurt met proefpersonen in een laboratorium. Zo’n product moet dan minimaal twee uur de beloofde factor bieden.” [2] 

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen