• bij·lig·gen

bijliggen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijliggen
lag bij
bijgelegen
klasse 5 volledig
  1. van een schip dat met het dwars op de wind laat varen
79 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be