bijladen
- bij·la·den
- samenstelling van bij en laden
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijladen |
laadde bij |
bijgeladen |
zwak -d
gemengd |
volledig |
bijladen [1]
- overgankelijk (iets) aan de lading toevoegen
- overgankelijk de lading van een accu aanvullen
- Het woord bijladen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijladen" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be