Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bier·cul·tuur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord biercultuur bierculturen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de biercultuurv

  1. al het menselijk gedrag dat te maken heeft met het maken en consumeren van bier
     Een Kwak, een Duvel of een Brugse Zot. Wie voortaan een Belgisch biertje drinkt, laaft zich aan werelderfgoed. De Unesco, bijeen in de Ethiopische hoofdstad Addis Abeba, is tot de conclusie gekomen dat de Belgische biercultuur uniek is en beschermd moet worden. Dit "na een lange en grondige evaluatie van de aanvraag", zoals de VRT schrijft.[1]
     "Consumenten zijn een beetje uitgekeken op pils en zoeken naar speciale bieren." Volgens Keinemans pakken de kleintjes de oude Nederlandse biercultuur weer op. "Oude lokale recepten krijgen zo een nieuwe kans."[2]
     De afkeer tegen Heineken zit er diep in bij onze zuiderburen. Van Poppel: "In de kroeg moet ik van mijn Belgische vrienden altijd m'n mond houden als het over pils gaat. Ik kom immers uit Heineken-land. In België is er echt een biercultuur. Elk dorpje heeft hier wel een brouwerij. Heel anders dan Nederland. Toch is Heineken wereldberoemd en dat zit de Belgen dwars."[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Belgische brouwers in hun nopjes: bieren zijn werelderfgoed” (Woensdag 30 november 2016, 14:21), NOS
  2.   Weblink bron “Hobbybrouwers groeien dankzij populaire speciale biertjes” (Dinsdag 23 december 2014, 10:02), NOS
  3.   Weblink bron “Studenten en daklozen wisten het al: Schulten Bräu is beste pils” (Woensdag 28 september 2011, 22:04), NOS