bidder
- bid·der
- Naamwoord van handeling van bidden met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bidder | bidders |
verkleinwoord | - | - |
de bidder m
- iemand die bidt
- aanspreker
- Het woord bidder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bidder" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be