Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bid mee
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
meebidden

bid (…) mee

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebidden
    • Ik bid mee. 
  2. gebiedende wijs van meebidden
    • Bid mee! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meebidden
    • Bid je mee? 

Gangbaarheid