bezwerend
- be·zwe·rend
vervoeging van: | bezweren |
verbogen vorm: | bezwerende |
bezwerend
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | bezwerend | bezwerender | bezwerendst |
verbogen | bezwerende | bezwerendere | bezwerendste |
partitief | bezwerends | bezwerenders | - |
bezwerend
- van een handeling dat ze zou beschermen tegen het kwaad
- Wallenda begon even over half 7 zondagavond (plaatselijke tijd) aan zijn waagstuk, dat via Discovery Channel live over de hele wereld was te volgen. Tijdens de oversteek getuigde Wallenda, die via een microfoon was te horen en in contact stond met zijn vader op de kant, voortdurend op bezwerende toon van zijn liefde voor Jezus. [1]
- Met bezwerende armgebaren naar het legioen en een sip gezicht dook de aanvalsleider van Feyenoord een tikje beschaamd de catacomben in. [2]
- Het woord bezwerend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Tubantia 24-06-13 Koorddanser voltooit oversteek Grand Canyon
- ↑ Tubantia 28-10-13 Pellè brengt Koeman in netelige positie