• be·zwaar·ter·mijn
enkelvoud meervoud
naamwoord bezwaartermijn bezwaartermijnen
verkleinwoord

de bezwaartermijnm

  1. periode dat men kan protesteren tegen een bepaalde maatregel of een bepaald besluit
     Omdat de bezwaartermijn nog niet is verlopen, kan dit aantal nog oplopen. Maar duidelijk is wel dat duizenden mensen geen bezwaar hebben aangetekend. Zij zijn het dus eens met de strafbeschikking en het bijbehorende strafblad of denken dat verzet kansloos is.[1]
     Een burger met een ingewikkelde hulpaanvraag die een klacht indiende kreeg te horen dat de bezwaartermijn was verlopen. Maar de gemeente had zelf bij de behandeling van de klacht gevraagd om meer tijd, omdat de materie voor hen "nieuw en complex" was.[2]
     "Ik kan niet aangeven hoeveel mensen ten onrechte een boete hebben gekregen, dat wordt nog uitgezocht, maar we praten over kleine getallen. Die mensen kunnen zich ook na de bezwaartermijn nog melden als ze aan hun boete twijfelen," zei Teeven tijdens het vragenuurtje in de Tweede Kamer.[3]


  1.   Weblink bron “Bijna helft coronaboetes niet in orde, bijna niemand maakt bezwaar” (Vrijdag 22 mei 2020, 13:26), NOS
  2.   Weblink bron “Gemeenten en klachten: te vaak van kastje naar de muur” (Donderdag 2 maart 2017, 06:35), NOS
  3.   Weblink bron “Teeven: foute boetes binnen marge” (Dinsdag 18 juni 2013, 15:12), NOS