bezuinig weg
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- be·zui·nig weg
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegbezuinigen |
bezuinig (...) weg
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegbezuinigen
- Ik bezuinig weg.
- gebiedende wijs van wegbezuinigen
- Bezuinig weg!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegbezuinigen
- Bezuinig je weg?
Gangbaarheid
- Het woord bezuinig weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.