Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: beziën


  • be·zien
  • [2] vervoeging van bezien: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bezien
bezag
bezien
klasse 5

onregelmatig

volledig

bezien

  1. overgankelijk in ogenschouw nemen
    • Dat zal opnieuw bezien moeten worden. 
  2. voltooid deelwoord van bezien
  • [1] het staat nog te bezien
    het is nog helemaal niet zeker
• Het staat nog te bezien of die reis doorgaat nu het weer zo slecht is. 
  • [1] het valt nog te bezien
    daar moet nog over nagedacht worden
• Het valt nog te bezien of onze school volgend jaar nog bestaat. 
97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]