bevochtiging
- be·voch·ti·ging
- afleiding van Naamwoord van handeling bevochtigen met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bevochtiging | bevochtigingen |
verkleinwoord |
de bevochtiging v
- het natter maken van iets; ergens water in op- of aanbrengen
- ▸ De vochtproblemen in de Oranjezaal ontstonden pas halverwege de vorige eeuw, door de centrale verwarming en bevochtiging door klimaatinstallaties. Voor die tijd heeft de houten koepel eeuwenlang de tijd doorstaan zonder schade. Huis ten Bosch was namelijk oorspronkelijk gebouwd als zomerpaleis.[2]
- Het woord bevochtiging staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Zo ziet het gerenoveerde paleis van koning Willem-Alexander eruit” (Woensdag 3 juli 2019, 11:31), NOS