• be·væp·net
  • Bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord bevæpne met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -t.
Naar frequentie 3065
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud bevæpnet
o enkelvoud bevæpnet
meervoud bevæpnede
bevæpnete
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
bevæpnede
bevæpnete

bevæpnet

  1. gewapend
    «Bevæpnet politi jaktet på en mann med våpen.»
    Gewapende politie jaagde een man met een wapen.
  • tungt bevæpnet

bevæpnet

  1. verleden tijd van bevæpne
  2. voltooid deelwoord van bevæpne