• væp·na
  • Bijvoeglijk naamwoord: bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord væpne
Naar frequentie 48761
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud væpna
o enkelvoud væpna
meervoud væpna
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
væpna

væpna

  1. gewapend
    «Krig er en væpnet konflikt mellom to eller flere parter.»
    Oorlog is een gewapend conflict tussen twee of meer partijen.

væpna

  1. verleden tijd van væpne
  2. voltooid deelwoord van væpne


  • væp·na
  • Bijvoeglijk naamwoord: bijvoeglijk gebruik van het voltooid deelwoord van het Nynorske werkwoord væpne
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud væpna
o enkelvoud væpna
meervoud væpna
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
væpna

væpna

  1. gewapend
    «Ein væpna konflikt er definert som strid mellom to organiserte partar.»
    Een gewapend conflict wordt gedefinieerd als een conflict tussen twee georganiseerde partijen.

væpna

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast væpne, zie aldaar

væpna

  1. verleden tijd van væpna
  2. voltooid deelwoord van væpna

væpna

  1. gebiedende wijs van væpna

væpna

  1. verleden tijd van væpne
  2. voltooid deelwoord van væpne

væpna

  1. gebiedende wijs van væpne