• beurs·da·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord beursdaling beursdalingen
verkleinwoord

de beursdalingv

  1. (financieel) daling van de koersen van veel aandelen op een bepaalde effectenbeurs
     De extreme beursdaling begon in China. De beurs van Shanghai sloot 8,5 procent lager, het grootste verlies sinds februari 2007.[1]
     Komt er een nieuwe crisis aan? Minister Dijsselbloem vindt het nog te vroeg om die vraag te beantwoorden. Hij beaamt dat er sprake is van een forse beursdaling. "Maar de feiten zijn nog diffuus."[2]


  1.   Weblink bron “Beurzen VS sluiten met zwaar verlies” (Maandag 24 augustus 2015, 22:50), NOS
  2.   Weblink bron “"Te vroeg voor voorspelling crisis"” (Vrijdag 17 oktober 2014, 11:45), NOS