betranen
- be·tra·nen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
betranen |
betraande |
betraand |
zwak -d | volledig |
betranen
- overgankelijk met traanvocht bedekken
- Diep medelijden betraande haar gelaat.
- Het woord 'betranen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.