betrachten
- Geluid: betrachten (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈtrɑxtə(n) / (3 lettergrepen)
- be·trach·ten
- Afgeleid van trachten met het voorvoegsel be-, in de betekenis van ‘in acht nemen’ voor het eerst aangetroffen in 1622. Vermoedelijk mede onder invloed van het gelijkluidende Duitse werkwoord in gebruik geraakt. [1] [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
betrachten |
betrachtte |
betracht |
zwak -t | volledig |
betrachten
- overgankelijk nauwgezet in acht nemen
- Daarbij betrachtte hij veel geduld.
- Hij betrachtte zeer nauwkeurig zijn taken.
- De plicht betrachten
Datgene proberen te doen wat men behoort te doen
- • Je moet altijd je plicht betrachten.
- • De politiechef kreeg veel kritiek, maar ze bleef haar plicht betrachten.
- Het woord betrachten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "betrachten" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ betrachten op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "betrachten" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- Geluid: betrachten (hulp, bestand)
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
betrachten |
betrachtete |
betrachtet |
zwak | volledig |
betrachten