• be·toe·la·ging

Naamwoord van handeling van betoelagen met het achtervoegsel -ing

enkelvoud meervoud
naamwoord betoelaging betoelagingen
verkleinwoord betoelaginkje betoelaginkjes

de betoelagingv

  1. (Begië) geld dat de overheid aan bedrijven of instellingen geeft, subsidie
    • Voor het plaatsen van windmolens kreeg het bedrijf een forse betoelaging. 
    • Omdat er veel kinderen met een achterstand naar deze school gaan krijgt de school een extra betoelaging.