• be·ta·lar

betalar

  1. tegenwoordige tijd van betala

betalar

  1. tegenwoordige tijd van betale
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   betalar     betalaren     betalarar     betalarane  

betalar

  1. betaler
  • ein sikker betalar
een veilige betaler